donderdag 23 april 2020

Koningsdag Woningsdagspelen



Op maandag 27 april vieren we in Nederland Koningsdag. Dit jaar kunnen we het feest niet buiten vieren en moeten we thuisblijven.
Dat geeft niet, want ze hebben voor jou allemaal spelletjes verzonnen die je thuis, in je tuin of in de stoep kunt spelen. Met je ouders, en/ of met je broertjes en zusjes. Op de bingokaart (die je ook als pdf hebt gekregen van je klassenlerares/leraar en die je kunt printen) kun je een spel kiezen en onder de bingokaart vind je de spelregels voor ieder spelletjes. Je extra huiswerk?
·   Verzamel zoveel mogelijk spelletjes op je bingo-kaart! Veel plezier!!

Speluitleg:
1.           Munt werpen.  
Nodig: stoepkrijt, emmer met water, 3 sponzen.
Speluitleg:
Teken op de stoep 4 cirkels van klein naar groot (de cirkels zitten om elkaar heen ). Zet in de kleinste cirkel het getal 40, iets grotere cirkel 30 enz. zet een beginstreep op 5 meter afstand. Zet daar de emmer met de sponzen neer. Je mag 3 keer gooien. Na 3 keer tel je de punten bij elkaar op. Wie de meeste punten heeft gegooid is de winnaar.
2.           Prinsenbal.
Nodig: voor ieder persoon 3 ballonnen, stoepkrijt voor start en finishlijn.
Speluitleg:
Plaats één ballon tussen je benen. Plaats de andere twee ballonnen onder je armen. Ga bij de startlijn staan en op een teken probeer je zo snel mogelijk naar de finishlijn te komen. Verlies je een ballon dan moet je opnieuw beginnen. Wie het eerst op de finishlijn is heeft gewonnen.
Tip: is het te makkelijk, maak dan een spannend parcours.
3.           De koning staat.
Nodig: twee kratjes waar je op kan staan, een stevig stuk touw
Speluitleg:
Ieder gaat op een kratje staan met het touw in zijn handen. Op een teken ga je proberen om de ander van de krat af te trekken. Blijf jij staan dan ben jij de winnaar.
4.           Oranje wind.
Nodig: tafel,  15 plastic bekers, ballon of een rietje
Speluitleg:
Ballon: Zet de 15 bekers op een rij aan de rand van de tafel. Ga aan de andere kant van de tafel staan. Blaas nu de ballon op en laat hem met je vingers leeglopen voor de bekertjes. Wie kan het eerst alle bekers van de tafel blazen. Je kan ook de tijd opnemen , wie is het snelst.
Rietje: Zet de 15 bekers op een rij aan de rand van de tafel. Ga voor de bekers staan. Blaas nu zo snel mogelijk de bekers naar de overkant van de tafel, en laat je daar van de tafel afvallen. Wie is het snelst
5.           Koninklijke route.
Nodig: sjaal,lege wc-rol , balletje dat op de wc-rol past. Spullen om een parcours te maken. (bv een krukje/ stapel boeken waar je overheen moet stappen, een tafel/ kleed waar je onderdoor moet kruipen, ev. een stopwatch.
Speluitleg:
Maak eerst samen een parcours. Bespreek af waar het parcours begint , wat je onderweg moet doen en waar de finish is. Bind met de sjaal de benen van jou en je partner vast. Samen hebben jullie de wc-rol met het balletje vast. Loop nu het parcours af zonder dat het balletje van de wc-rol afvalt. Wie kan het parcours lopen zonder dat de bal valt?
6.           Koninklijk gemak.
Nodig: Maak de spijker vast aan een touwtje en bevestig die dan aan een riem, fles, (ev. kun je een stopwatch erbij gebruiken.
Speluitleg:
Doe de riem met het touwtje en de spijker om. De spijker hangt nu bij je billen. Probeer nu de spijker in de fles te poepen, maar je mag de fles en de spijker niet aanraken. Hoe snel kan jij dit?
7.           De koning vliegt.
Nodig: groot vel papier(krant of vuilniszak) met gaten erin, plakband of wasknijpers, papier om een vliegtuigje te vouwen ( 3 keer).
Speluitleg:
Hang het papier met de gaten aan de waslijn of aan de deurpost. Vouw met een blaadje 3 keer een vliegtuigje. Is alles klaar dan kan je beginnen. Ga op 3 meter afstand staan en probeer 3 keer het vliegtuigje door het gat te laten vliegen.
Tip: je kan bij de gaten punten schrijven. Wie gooit na 3 keer de meeste punten. 
8.           De gouden staf
Nodig: stevig takje
Speluitleg:
Spel 1: Geef het takje 5 keer door aan de ander. Het takje moet tussen de tenen door gegeven worden.
Spel 2: hinkel met een takje tussen de tenen van een beginlijn naar de eindlijn. Valt het takje dan moet je opnieuw beginnen.
9.           Rechts - links
Nodig: stoepkrijt, krat of een laag krukje, 6 rode vierkantjes van papier en 6 blauwe vierkantjes van papier.
Speluitleg:
Teken 2 cirkels iets naast elkaar. In de ene cirkel leg je 6 rode vierkantjes en in de andere cirkel leg je de 6 blauwe vierkantjes. Ga voor de hoepels op de grond liggen. Waar je voeten zijn plaats je nu het krukje. Je legt de voeten op het krukje en ga liggen. Je staat op je handen en je voeten liggen op het krukje. Je pakt nu 1 rood vierkantje en plaats die in de andere cirkel. Dan pak je 1 blauw vierkantje en die leg je in de ander hoepel enz.. Het spel is afgelopen als alle rode en blauwe vierkantje in de andere cirkel liggen.
Tip: je kan het ook op tijd doen. Wie is de snelste?
10.      De gouden koets.
Nodig: stoepkrijt voor begin en eindstreep, ev. een stopwatch.
Speluitleg:
Zet een beginstreep en maak een eindstreep op 10 meter. Dit spel doe je met zijn tweeën. De een staat op zijn handen en de ander pakt de voeten van de eerste vast ( samen zijn jullie de koets/kruiwagen). Op een teken ga je zo snel mogelijk naar de overkant. Wie is het eerst of het snelst aan de overkant.
11.      Koningsring.
Nodig: 10 grote moeren, stevig stokje, tafel, ev. een stopwatch/kookwekker.
Speluitleg:
De moeren liggen op de tafel. Pak nu het stokje en probeer een toren te maken door alle moeren op elkaar te stapelen. Tot hoe hoog kan je komen? Wie maakt het snelst een toren?

12.      Oranje bitter.
Nodig:  10 frisdrankflessen met een klein beetje water erin, een panty en een tennisbal, ev een stopwatch/kookwekker
Speluitleg:
Stop in de panty een tennisbal. Maak 2 rijen van 5 flessen. De flessen zet je wel uit elkaar. Zet nu de panty op je hoofd. Houd je handen op je rug. Probeer nu met de tennisbal alle flessen om te slaan. Wie krijgt alle flessen om, wie heeft de snelste tijd of hoeveel flessen gooi je om in 1 minuut
13.      Koningshamer.
Nodig: dik stuk hout/ boomstam, hamer en lange spijkers
Speluitleg:
In hoeveel slagen zit de spijker helemaal in de boomstam. Wie de minste slagen maakt is de winnaar.
14.      Appeltjes van oranje.
Nodig: een groot stuk karton ,een sinasappel en een touw.
Speluitleg:
Een sinaasappel ligt op een stuk karton met een koord er aan. De kinderen moeten proberen het karton aan het koord vooruit te trekken, zonder dat de sinaasappel er af rolt. Als dit gebeurt mag het kind nog één keer overnieuw beginnen.
15.      Gouden dukaat.
Nodig: grote bak gevuld met water, veel knikkers, klein bakje om de gevangen knikkers erin te leggen,krukjes/stoelen, ev. een stopwatch.
Speluitleg:
Vul een bak met water en leg er knikkers in. Zet er stoelen of krukjes omheen waar de kinderen op kunnen zitten, met hun voeten in het badje. Nu moeten ze met hun tenen zo veel mogelijk knikkers uit het badje zien te vissen in een minuut.
16.      De oranje leeuw
Nodig: twee flessen gevuld met water en een bal.
Speluitleg:
Voor ieder kind heb je een plastic (frisdrank)fles nodig. Deze vul je met water.  Dan ga je tegenover elkaar gaan staan en probeer je de fles met de bal om te gooien/schoppen. Er zit geen dop op de fles. Als de fles omvalt, loopt het water eruit. Dus zet hem snel weer rechtop! Heeft jouw fles als laatste nog water erin? Dan heb je gewonnen! 
Veel plezier.


Hier is de link naar de online sprookjesquiz: http://www.projectx2002.org/nederlands_hotpots/sprookjesquiz02afbeeldingen.htm